De cloud voor ‘newbies’ en specialisten

Boeksignalement: Jeroen Horlings, Cloud computing (Den Haag, 2011).

“Voor u ligt een interessant en makkelijk leesbaar boek over cloud computing, compleet met relevante aspecten van dit fenomeen”, schrijft Alfred den Besten, ‘Cloud Trendwatcher’,  in het voorwoord van Jeroen Horlings’ Cloud computing. Gelukkig: wij hoeven ons geen zorgen meer te maken, want met irrelevante zaken worden wij tenminste niet lastig gevallen. Nu nog de vraag of het makkelijk en interessant geschreven is. Een proef op de som (p. 167). Een paragraaf in het hoofdstuk over cloud storage begint als volgt: “Technisch gezien wordt dit alles uitgevoerd via een manier die gelijk is aan RAID (Redundant Aray of Independant/Inexpensive Disks). Ofwel via RAID1 of RAID5.” Mmmm… dat klinkt inderdaad interessant en heeft de auteur waarschijnlijk in een vloek en een zucht geschreven, maar is het ook begrijpelijk?  Ik vervolg nog even met het begin van de tweede alinea van deze paragraaf: “Anno 2011 zou dit technisch gezien haalbaar zijn [voor de liefhebber: het gaat over cloudstorage via het RAID-principe], mits natuurlijk een gevirtualiseerde infrastructuur als uitgangspunt wordt genomen.” Ik heb geen idee? Waarom: “natuurlijk”? Ik ben allang afgehakt… De schrijver heeft mij als lezer verloren. Wat Jeroen Horlings hierna schrijft is voor een niet-ICT’er nogal onbegrijpelijk, zeker door de bondige manier van formuleren. De vraag dringt zich op voor wie dit boek geschreven is. De eerste 120 pagina’s lezen – ook voor een niet-ICT’er – als een trein, met veel praktische tips voor alledaags gebruik van de cloud.

Vanaf hoofdstuk 10 (p. 121) wordt dit boek plotseling ingewikkeld. Het gaat dan over virtualisatie, security, service level agreements en hosting, datacenters en connectiviteit. Allemaal buitengewoon interessant als je als middel groot bedrijf je data en programmatuur in de cloud wil zetten en je als manager snel op de hoogte wilt zijn van alles wat daarbij komt kijken.

De informatie dichtheid in dit deel is hoog, en als leek moet je tussendoor de wiki’s raadplegen voor uitleg van de begrippen die voorbij komen: latency, stack, hypervisor, granular applicatiebeleid, om een paar voorbeelden te noemen. Al lezend in de tweede helft van het boek bekroop mij het gevoel dat ik in een ander boek aan het lezen was, dan het boek vóór pagina 121. De eerste 120 pagina’s geven een goed overzicht van de cloud diensten voor consumenten: van Google Docs tot WeTransfer en van Dropbox tot videoconferencing. Helder en goed geschreven. De consequenties en mogelijkheden van cloud computing passeren de revue (thuiswerken, veiligheid, Desktop-as-a-Service [DaaS], etc.). Interessant is de uitleg van het verschil tussen de public cloud en de private cloud. Bij de laatste maak je gebruik van een ongedeelde, eigen server ruimte. De eerste is een gedeelde ruimte op een server, waarbij de veiligheid van de data soms problematisch is, en bovendien maatwerk moeilijker maakt. In de public cloud maak  je namelijk gebruik van standaard software diensten, zoals Google Docs, of Windows 365.

Begrippen die in de cloud-wereld opduiken als SaaS (Software as a Service) PaaS (Platform), IaaS (Infrastructure), HaaS (Hardware) worden helder uitgelegd. De conclusie is dat steeds meer hardware en software as a Service wordt aangeboden. Deze ontwikkeling zal in een sneltreinvaart doorgaan. Integratie staat voorop, denk aan nieuwe Google’s Chromebooks, de laptopjes op Chrome OS die volledige geïntegreerd zijn met de Google Apps (Gmail, Calender, etc). Niemand hoeft zich bij deze begrippen meer onzeker te voelen. Het hoofdstuk over de wet- en regelgeving heb ik – ondanks dat het tamelijk droge materie is – met veel plezier gelezen, omdat privacy, veiligheid en bescherming bij cloud computing een steeds belangrijkere rol gaan spelen. Bovendien waar staan of zijn die data van jouw bedrijf nu eigenlijk? Op welke server, van wie en waar te wereld? Jeroen Horlings raadt iedereen aan die vraag te stellen. Hoe garandeert de provider/host je de bescherming  van jouw data?

De lezer die in de eerste honderd pagina’s van alles te weten komt over Skype en Google Agenda, mag in het tweede deel van het boek zijn denkraam breken op begrippen als virtualisatie, information lifecycle management en cold corridors in een datacentrum. Voor wie is deze informatie bestemd? Toch niet voor mensen, die nog uitgelegd moeten worden hoe Skype werkt of dat er zo iets bestaat als Google Agenda, zoals in de eerste hoofdstukken van dit boek?  En omgekeerd: iemand die iets wil weten over Raick-Air Containment [het gaat over koeling van servers], die is toch wel thuis in Google Docs, lijkt mij. De cases achterin het boek zijn voor niet-ICT-specialist geen boeiend leesvoer. De auteur heeft een boek geschreven voor twee verschillende doelgroepen en dat is jammer. Een keuze voor twee boeken was beter geweest. Het boek voor de gevorderde ICT’er over cloud computing had dan dikker mogen worden met veel meer diepgang, dan de materie nu krijgt.

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *